Sorrentino, de Italiaanse regisseur van de epische film La Grande Bellezza, laat in zijn film een palet van zelden vertoonde erupties van schoonheid zien. De diepe pracht aan beelden bedwelmd, maar laat ook op een onuitwisbare wijze zien hoe mensen hun oudere dag wensen te vergeten, verzwolgen als zij zijn in extatische dansfestijnen en zich onderdompelen in even zo uitzinnige als filosofische praatexercities. Vergane levens, waarbij rijkdom in geld en het zoeken naar ultieme belevingen de koers van een bijna verdwenen intiem hart heeft geplaveid.
Door de ogen van de hoofdpersoon Jep, fenomenaal gespeeld door Tony Servillo, genieten we onder meer van de fijnzinnige samenzang van een kinderkoor, schitterend stemmige inkijkjes in fraaie paleizen op een nachtelijke tocht die hij met een geliefde dame onderneemt en een uitbundige uitstalling van fijnzinnige romantische plekken in merendeels zonnig Rome. De personages in de film die we via de auteur in ruste Jep leren kennen zijn voor stuk niet meer gehecht aan een zekere ambitie of aan een zeker doel en hebben de hoop op iets als een missie in dit leven al lang geleden opgeborgen.
Indrukwekkende Beeld Taal!… Zij het dat deze als het ware bedolven is onder een melancholieke, stilstaande beweging die men leven noemen kan, als een langzaam voortkabbelend beekje wat soms nog te flonkeren lijkt in een springerige straal van krachtig water. In haar werkelijke essentie zijn het feesten merendeels bevolkt door personages die verse poppers en andere opiaten en drankjes niet meer ontberen kunnen om zo het geheel nog op enig niveau te kunnen ervaren. Als belichaming van een karakteristiek verval van schoonheid. Jep lijkt dit als een van de weinigen ook zo te ervaren, al “wankelt” hij in La Grande Bellezza nimmer echt werkelijk.
Zijn de beelden en niet te vergeten de zeker zo genietbare muziek juist van een immense pracht om de dode taal van het leven dat hier geleefd wordt te maskeren!?